Employers’ organizations VNO-NCW and MKB-Nederland had discouraged the additional increase, as the minimum wage has already been raised substantially and thus causes sharply rising wage costs.
Previous increases
In 2023, for example, the minimum wage increased by more than 10%. As of Jan. 1 of this year, it increased again by 3.75%. Also, as of that date, the minimum wage was also based on a 36-hour work week. Employees who contractually work more than 36 hours therefore gained more than 3.75% as of Jan. 1, 2024.
Please note!
The increase in the minimum wage also affects benefits, such as AOW pension and welfare.
Vrijstelling APK
De man voerde aan dat met de auto op de betreffende dag van de weg gebruik was gemaakt vanwege een APK-keuring. Wettelijk is bepaald dat daarvoor van de weg gebruik gemaakt mag worden, ook als het kenteken van een auto is geschorst. De inspecteur achtte de vrijstelling echter niet van toepassing, omdat het voertuig die dag niet was afgemeld bij de RDW.
Afmelding niet vereist
De rechtbank ging hier niet in mee. Voor de vrijstelling is namelijk niet vereist dat de auto dezelfde dag bij de RDW wordt afgemeld. Dat dit niet was gebeurd, hing samen met het feit dat de APK al was verlopen. De auto werd na reparatie enkele maanden later alsnog goedgekeurd.
Bewijs geleverd
Uit de facturen die de autoliefhebber overlegde, bleek duidelijk dat de auto op de betreffende dag aan de garage was aangeboden ter keuring. Daarmee was het bewijs geleverd en verdwenen zowel de pittige naheffing als de boete in de vuilnisbak.
Aftrekposten verdelen
Wettelijk is vastgelegd welke aftrekposten u onderling mag verdelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor hypotheekrente onder de voorwaarde dat u deze eerst saldeert met het eigen woning forfait. Ook een aantal andere aftrekposten, zoals zorgkosten, alimentatie en giften, mag u onderling verdelen met uw partner. Uiteraard met de bedoeling hiermee zoveel mogelijk belasting te besparen.
Meer dan 100% kosten in aftrek
Onlangs moest het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich buigen over een zaak waarbij een belastingplichtige en zijn partner samen meer dan 100% aan kosten in aftrek hadden gebracht. Het betrof de aftrek van hypotheekrente en andere kosten ten aanzien van de eigen woning. Deze kosten bedroegen zo’n € 21.000, terwijl in totaal maar liefst ruim € 45.000 aan kosten in aftrek was gebracht.
Mag inspecteur navorderen?
Allereerst kwam de vraag aan de orde of de inspecteur wel na mocht vorderen, aangezien de aanslag van een der partners al vaststond. Het Hof vond van wel, omdat er te veel kosten ten behoeve van de eigen woning in aftrek waren gebracht. In die gevallen is er volgens het Hof geen keuze gemaakt ten aanzien van de verdeling van deze kosten, zodat navorderen is toegestaan.
Mag aftrek anders worden verdeeld?
Het Hof was bovendien van oordeel dat de inspecteur met zijn navorderingsaanslag mocht afwijken van de onderlinge verdeling van de kosten die de partners in hun aangiften hadden gemaakt. Ook nu was het Hof van mening dat er geen keuze was gemaakt, nu de kosten voor meer dan 100% waren opgevoerd. De navordering bleef dan ook in stand.
Na 1 april
Na 1 april 2024 geldt weer het uitgangspunt dat de Belastingdienst alleen aan een saneringsakkoord meewerkt als de dienst tenminste het dubbele percentage aan aflossing ontvangt dan mogelijke andere schuldeisers ontvangen.
Coronamaatregelen
Dat de Belastingdienst zich tot 1 april 2024 soepeler opstelt bij een saneringsakkoord is een van de maatregelen die is genomen vanwege de coronacrisis. Ook met andere (fiscale) maatregelen is geprobeerd ondernemers door de crisis heen te helpen. Dit gebeurde onder andere via het tijdelijk verlenen van vrijwel renteloos uitstel van betaling van belastingen.
Saneringsakkoord
Ondernemers met financiële problemen proberen soms met hun schuldeisers een faillissement te voorkomen via een saneringsakkoord. Schuldeisers gaan dan akkoord met aflossing van vaak slechts een deel van de schuld. Als ook de Belastingdienst een van de schuldeisers is, stelt de Belastingdienst zich bij een dergelijk akkoord normaal gesproken op het standpunt dat hij minstens het dubbele percentage aan betaling wenst te ontvangen van hetgeen de overige schuldeisers krijgen.
Verzoek tijdig indienen
Als u nog gebruik wilt maken van de soepele opstelling van de Belastingdienst, moet u zorgen dat uw verzoek vóór 1 april 2024 bij de Belastingdienst binnen is. Heeft u meer tijd nodig, dan heeft u daarna nog maximaal 90 dagen om het saneringsakkoord met uw overige schuldeisers af te ronden.
Een formulier treft u aan op deze site van de Belastingdienst.
Tip! Heeft u hulp nodig bij het aanvragen van een dergelijk verzoek bij de Belastingdienst? Neem dan contact met ons op.
Inzet gemeente
Ondernemers met een eenmanszaak en ondernemers in een vof of maatschap kunnen contact opnemen met hun gemeente om een eventuele schuldsanering op te starten. Ook dan moet het saneringsverzoek vóór 1 april 2024 bij de Belastingdienst binnen zijn.
Taken en bevoegdheden minister EZK
Het wetsvoorstel Wbdwb legt de taken en bevoegdheden van de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) vast op het terrein van digitale weerbaarheid van niet-vitale bedrijven in Nederland. Denk hierbij aan het verwerken en verspreiden van informatie over kwetsbaarheden, dreigingen en incidenten en het samenwerken met andere bestuursorganen en organisaties.
Persoonsgegevens
Bij het waarschuwen van individuele bedrijven en organisaties kunnen persoonsgegevens verwerkt worden, denk bijvoorbeeld aan IP-adressen en de contactgegevens van medewerkers van een bedrijf. Op basis van dit wetsvoorstel mag de overheid deze taken nu uitvoeren.
Nieuw cybersecurityorganisatie
De cybersecurityorganisaties het DTC, het CSIRT-DSP en het NCSC gaan integreren tot één nieuwe nationale cybersecurityorganisatie. De Wbdwb geeft ook deze organisatie de wettelijke bevoegdheid bedrijven te kunnen blijven voorzien van algemene en specifieke informatie over cyberdreigingen en incidenten.
Let op! Het wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd.
Verplichting sinds 1 januari 2024
Het vervangen van plastic bekers is sinds 1 januari van dit jaar voor werkgevers verplicht. Stel dat een werkgever zijn personeel in plaats hiervan een koffiebeker verstrekt ter waarde van € 10 die de werknemer ook mee naar huis kan nemen om schoon te maken. De werknemer hoeft de beker bij einde dienstbetrekking ook niet terug te geven. Wat is dan het fiscale gevolg?
Voorwaarden
De Belastingdienst heeft onderzocht of het verstrekken van een dergelijke koffiebeker voldoet aan de voorwaarden die gelden voor een onbelaste verstrekking. Dat blijkt in beginsel het geval te zijn. De bekers zijn een voorziening op de werkplek waarvan het niet gebruikelijk is dat deze elders gebruikt worden. De voorziening is ook ‘redelijk’. De werknemers hebben er immers niet zelf voor gekozen om de plastic beker taboe te verklaren.
Gebruik op de werkplek
Dat de koffiebekers daadwerkelijk op de werkplek gebruikt worden, is volgens de Belastingdienst overigens niet vanzelfsprekend. De werkgever moet dit desgevraagd aannemelijk kunnen maken. Aan de hand van de feiten en omstandigheden is het antwoord op deze vraag ter beoordeling van de inspecteur. Als die natuurlijk niet net zelf aan de koffie zit…..
Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland hadden de extra verhoging ontraden, aangezien het minimumloon al fors is verhoogd en dus zorgt voor sterk stijgende loonkosten.
Eerdere verhogingen
Zo steeg het minimumloon in 2023 met ruim 10%. Per 1 januari van dit jaar steeg het opnieuw met 3,75%. Tevens is vanaf die datum voor het minimumloon ook uitgegaan van een werkweek van 36 uur. Werknemers die contractueel meer dan 36 uur werken, zijn er daardoor per 1 januari 2024 meer dan 3,75% op vooruitgegaan.
Let op! De verhoging van het minimumloon werkt ook door in de uitkeringen, zoals de AOW en de bijstand.
Standpunt Belastingdienst
Bij een overgang van een onderneming gaan ook de werknemers over naar een nieuwe werkgever. De Belastingdienst gaat er dan vanuit dat het recht op een LKV niet meer overgaat naar de nieuwe werkgever, ondanks dat er nog een geldige doelgroepverklaring is.
Standpunt rechter
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat een LKV in een dergelijke situatie wel meegenomen kan worden naar de overnemende werkgever. Het gerechtshof oordeelde dat de doelgroepverklaring geldig blijft. De doelgroepverklaring wordt namelijk door of namens de werknemer en niet door of namens een werkgever aangevraagd en verkregen. Een advocaat-generaal bevestigde dit oordeel.
Let op! De Hoge Raad moet hierover nog een oordeel uitspreken. Dit oordeel wordt in het voorjaar van 2024 verwacht.
Rechten veiligstellen
Beslist de Hoge Raad straks dat het recht op een LKV toch over kan gaan op de nieuwe werkgever, dan heeft u mogelijk alsnog toch recht op LKV. Om die rechten veilig te stellen, kunt u het volgende doen:
- beoordeel voor welke werknemers op het moment van overgang van de onderneming een doelgroepverklaring aanwezig was,
- beoordeel of nog wordt voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van het LKV, en
- bewaar die doelgroepverklaring of een kopie daarvan bij uw loonadministratie.
2023
Is in 2023 nog aan de voorwaarden voor toepassing van het LKV voldaan en is het vinkje voor het LKV niet aangezet? Dan moet een correctiebericht ingezonden worden waarin alsnog het LKV wordt aangevraagd.
Let op! Het insturen van deze correctieberichten voor het jaar 2023 kan nog maar tot en met 1 mei 2024!
2024
Wordt in 2024 nog aan de voorwaarden voor toepassing van het LKV voldaan, zorg dan in ieder geval dat in de aangifte loonheffingen 2024 het vinkje voor het LKV is aangezet. Is het aangiftetijdvak al verstreken en is het vinkje niet aangezet? Dan moet een correctiebericht ingezonden worden waarin alsnog het LKV wordt aangevraagd.
2022
Is bezwaar gemaakt tegen de beschikking Wtl 2022, dan raadt de Belastingdienst aan ook de aangiftetijdvakken van 2022 te corrigeren. Als de Hoge Raad straks beslist dat toch recht bestaat op een LKV, dan kan de Belastingdienst namelijk sneller uw LKV’s berekenen.
Let op! Is geen bezwaar gemaakt tegen de beschikking Wtl 2022, dan bent u nu helaas te laat voor het jaar 2022. Het corrigeren van de aangiftetijdvakken 2022 heeft dan ook geen zin meer.
Mogelijk ook bij contractovername
Het oordeel van de Hoge Raad is mogelijk ook van toepassing op contractovernames waarbij de arbeidsovereenkomst door een nieuwe werkgever ongewijzigd wordt voortgezet. Bij contractovername neemt een nieuwe werkgever alle rechten en verplichtingen uit de oude arbeidsovereenkomst met de oude werkgever over en blijft de werknemer hetzelfde werk doen.
In dit soort situaties is het ook verstandig om de rechten veilig te stellen en correctieberichten in te sturen en het vinkje voor een LKV in de aangifte loonheffingen aan te zetten.
Andere oplossing
Bent u bezig met een interne reorganisatie en wilt u geen risico lopen op het verlies van het LKV? Dan kunt u er ook voor kiezen om de werknemers met een doelgroepverklaring in dienst te laten bij de oude werkgever en te detacheren aan de nieuwe werkgever. Het recht op het LKV blijft dan in stand, ongeacht het oordeel van de Hoge Raad dat dit voorjaar wordt verwacht. Neem voor een advies hierover contact op met een van onze adviseurs.
Private financiering
Welke ondernemer kent ze niet: de private financiers. Of het nu familie, vrienden of zakenrelaties zijn, voor velen zijn ze bij de start van een bedrijf onmisbaar om aan aanvullend kapitaal of een geldlening te komen. Een fiscaal voordeel van private financiering kan zich voordoen als de door uw bedrijf betaalde en aftrekbare rente lager is dan het forfaitair vastgestelde rendement in box 3. Toch biedt dit persoonlijke netwerk niet altijd uitkomst. Naarmate de financieringsbehoefte, de risico’s, de omvang en complexiteit van uw plannen toenemen, zult u sneller op zoek moeten naar andere financieringsvormen, als alternatief of aanvullend. De particuliere financieringsmarkt kent een breed palet aan potentiële geldschieters.
Tip! Denk bij alternatieve financieringsbronnen ook aan leverancierskrediet, hypotheekbanken, leasemaatschappijen, huur en factoring. Voor uw liquiditeitspositie het overwegen waard!
Business angels
Deze ‘angels’ worden ook wel informal investors genoemd. Het zijn veelal particulieren en voormalig ondernemers die, al dan niet verenigd, hun kennis, ervaring, netwerk en kapitaal inzetten voor startende of jonge, veelal innovatieve ondernemingen. Voor deze investeerders draait het om een goed plan en geloof in de ondernemer. Wat ze ook hebben, is de wil om risicodragend te investeren. De ondernemer ontvangt risicokapitaal. De informal investor krijgt een aandeel in de zeggenschap, het eigendom of de winst van de onderneming.
Tip! Informeer ook naar initiatieven van business angels en bijeenkomsten bij u in de regio of daarbuiten. Zij brengen ondernemers en investeerders bij elkaar.
Private equity
Investerings- en participatiemaatschappijen, ook wel private equity genoemd, zijn doorgaans private maatschappijen waarin kleinere en grotere beleggers en/of investeerders zijn verenigd. Zij kunnen zorgen voor het benodigde risicodragend vermogen dat u als ondernemer nodig heeft om bij andere financiers met succes uw kredietbehoefte te regelen. Risicodragend vermogen kan worden verstrekt in de vorm van zowel aandelenkapitaal als een (achtergestelde) lening. De drijfveer van private equity is rendement!
Kredietunie: een financieringsvorm in een coöperatief jasje
De kredietunie is een coöperatieve kredietvereniging van mkb-ondernemers. Doel van een kredietunie is om via een gemeenschappelijke kas geld uit te lenen aan collega-ondernemers binnen een sector of regio. Zowel kredietgevers als kredietnemers zijn lid en mede-eigenaar van de coöperatie. De kredietunie heeft geen winstoogmerk en wil voorzien in het verlenen van krediet van €50.000 tot € 250.000. Onder voorwaarden zijn hogere bedragen ook mogelijk. Verliezen en levende have worden in het algemeen niet door een kredietunie gefinancierd.
Crowdfunding
Deze financieringsvorm wint snel aan populariteit. Het is een internetmarktplaats voor financiering. Hoe werkt het? De ondernemer plaatst het idee of plan op een van de crowdfundingplatforms en doet een beroep op meerdere particuliere investeerders om te financieren. De kredietvraag, rente en looptijd bepaalt u zelf. Wilt u de geldverschaffers in ruil voor hun inleg aandelen in het bedrijf of een percentage van de omzet of winst aanbieden, dan kan dat ook. Investeerders kunnen inschrijven tot de inschrijving vol is, waarna uw financiering rond is!
Let op! De regelgeving voor alternatieve financieringsvormen staat nog in de kinderschoenen. Controleer of het crowdfundingplatform beschikt over een AFM-vergunning!
Overheid als cofinancier
Met de helpende hand van de overheid heeft u als ondernemer meer kans van slagen om bij kredietinstellingen een lening te kunnen afsluiten. Ook al zijn uw plannen en de financiële vooruitzichten nog zo goed, zonder voldoende zekerheden zult u de kredietaanvraag al snel zien stranden. Vandaar dat de overheid diverse regelingen in het leven heeft geroepen om de toegang tot de kredietmarkt te vergemakkelijken. Deze regelingen zijn veelal voorzien van soepeler voorwaarden.
Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB)
Voor ondernemers met een financieringsbehoefte, maar onvoldoende onderpand, kan de BMKB uitkomst bieden. Deze is bedoeld voor bedrijven met niet meer dan 250 werknemers (fte’s) in dienst en een jaaromzet tot € 50 miljoen of een balanstotaal tot € 43 miljoen. De kredietregels inzake omvang, aflossing en looptijd zijn afhankelijk van het bestedingsdoel en type onderneming. Voorwaarde is wel dat de toekomstperspectieven gunstig zijn en de kredietverstrekker een aanvraag hiervoor indient. In de reguliere regeling betreft het borgstellingskrediet 50% van het krediet dat de bank verstrekt. De borg van de overheid bedraagt 90% van dit borgstellingskrediet. De BMKB is verruimd tot en met 1 juli 2027. Bedrijven met een kredietbehoefte tot € 333.333 kunnen driekwart financieren met BMKB-krediet en dus niet maximaal de helft van de kredietverstrekking. Verder is het maximum van het BMKB-krediet tijdelijk verhoogd van € 1 miljoen naar € 1,5 miljoen.
Ook is de BMKB verruimd voor investeringen inzake verduurzaming, de BMKB-G (Groen). Deze verruiming is bedoeld voor mkb-ondernemingen met maximaal 250 personeelsleden. Met deze verruiming is de omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB verhoogd van 50 naar 75% van het kredietbedrag. De regeling is toepasbaar op:
- Bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in de Energielijst
- Overige middelen verbonden aan energie-investeringen (maximaal aandeel 50%)
- De aanpassing of vervanging van bedrijfspanden naar ten minste Label C
Tip! Vraag de bank (of de niet-bancaire financierder) bij uw kredietaanvraag of u in aanmerking komt voor de BMKB!
Innovatiekrediet
Heeft u een innovatief idee, maar ontbreken alleen de middelen nog om verder te investeren, dan biedt wellicht het Innovatiekrediet uitkomst. Hiermee kunnen veelbelovende innovatietrajecten worden gefinancierd. Het is een risicodragend krediet. Het krediet voor klinische ontwikkelingsprojecten bedraagt maximaal € 5 miljoen; voor technische ontwikkelingsprojecten bedraagt het krediet maximaal € 10 miljoen. Voor beide groepen projecten is in 2024 30 miljoen beschikbaar, in totaal dus €60 miljoen.
Microkrediet
Veel ondernemers zijn al geholpen met een relatief gering krediet. Maar het risicoprofiel belemmert de toegang tot een bankkrediet. Denk dan eens aan microfinanciering. Op dit moment bedraagt het kredietplafond € 50.000 en de rente 9,95%. Daarnaast betaalt u een bedrag aan behandelkosten, dat kan oplopen tot maximaal € 850. Voor ondernemers met een zogenaamde sociale doelstelling is het kredietplafond € 250.000 en bedraagt de rente 7,95%. De regeling staat open voor startende en bestaande ondernemers in het midden- en kleinbedrijf en wordt uitgevoerd door Qredits Microfinanciering Nederland. Qredits komt alleen in beeld als de bank uw kredietaanvraag heeft afgewezen.
MKB-krediet
Sinds enkele jaren biedt Qredits ook het MKB-krediet aan. Dit is een zakelijke lening aan startende en bestaande ondernemers in het mkb van minimaal € 50.000 en maximaal € 250.000. Deze lening is er speciaal voor ondernemers die een financiering nodig hebben en hiervoor niet bij een bank terechtkunnen. Er geldt wel een aantal voorwaarden. De rente bedraagt 9,95%. Voor ondernemers met een zogenaamde sociale doelstelling bedraagt de rente 7,95%.
Voor bestaande ondernemers die onverwachts extra geld nodig hebben voor hun bedrijf is er het flexibel krediet. Je betaalt daarbij alleen rente over het opgenomen bedrag van je lening. Het maximum bedraagt € 25.000 en de rente bedraagt 1,1% per maand over het opgenomen bedrag. Speciaal voor de financiering van zakelijk onroerend goed biedt Qredits een hypothecair krediet.
Vroegefasefinanciering
Bent u ambitieus, groeit uw onderneming in de komende periode substantieel in omvang en wilt u onderzoeken of uw idee kans van slagen heeft op de markt, dan is de Vroegefasefinanciering misschien iets voor u. Met een lening uit deze financieringsvorm kan de overheid u ondersteunen om uw idee van de planfase naar de startfase te brengen. Uiteraard moet u de lening, inclusief 9,11% (per 1 januari 2024) rente, terugbetalen. Meer informatie vindt u op RVO.nl.
Groeifaciliteit
Wilt u op eigen kracht groeien in Nederland of daarbuiten of wilt u een bedrijf overnemen, dan kan de Groeifaciliteit u helpen de benodigde risicodragende financiering aan te trekken. De Groeifaciliteit verschaft financiële instellingen een extra garantie, misschien net genoeg om de financiers (bank of participatiemaatschappij) over de streep te trekken. Let wel, de Groeifaciliteit is niet bedoeld voor een herfinanciering. De garantie is beperkt tot 50% van de financiering. U kunt de Groeifaciliteit aanvragen tot 1 juli 2023. Aanvragen moeten uiterlijk 1juli 2024 worden ingediend. Meer informatie vindt u op RVO.nl.
Garantie Ondernemingsfinanciering
Speciaal voor (middel)grote ondernemingen die hoofdzakelijk actief zijn in Nederland, financieel gezond zijn en toekomstperspectief hebben, is er nog de GO-regeling. Via de GO-regeling kan de bank met 50% overheidsgarantie de benodigde extra zekerheden binnenhalen. Leningen van maximaal € 150 miljoen zijn tot maximaal de helft gegarandeerd. De GO-regeling kunt u aanvragen tot 13 juni 2025 bij de RVO.
Tot slot
De besproken regelingen zijn slechts een selectie uit het groeiende aanbod. Wij kunnen de kansen en de valkuilen met u verkennen om uiteindelijk te komen tot een passende financieringsoplossing.
Disclaimer
Hoewel bij de samenstelling van deze Advieswijzer de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene karakter van de Advieswijzer, is deze niet bedoeld om alle informatie te verschaffen die noodzakelijk is voor het nemen van financiële beslissingen.
Fiscale voordelen
Bestelauto’s die door ondernemers worden aangeschaft, kennen enkele fiscale voordelen. Zo betaalt een ondernemer voor een bestelauto geen bpm en minder wegenbelasting.
Let op! Ondernemers moeten de bestelauto dan voor minstens 10% zakelijk gebruiken om deze fiscale voordelen te kunnen gebruiken.
Eisen bestelauto
De eisen die aan bestelauto’s gesteld worden om van die fiscale voordelen te kunnen genieten, zijn divers en afhankelijk van het type en model. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in vier categorieën, te weten grote en kleine bestelauto’s, kleine bestelauto’s met een hoog dak en bestelauto’s met een dubbele cabine.
Eén zijruit
Bestelauto’s mogen soms voorzien zijn van één zijruit rechts in de laadruimte. Het komt echter regelmatig voor dat bestelauto’s van fabriekswege voorzien zijn van meerdere zijruiten. Om fiscaal dan toch als bestelauto te kunnen worden aangemerkt, moeten deze zijruiten worden verwijderd en vervangen door niet uit glas bestaande panelen uit één stuk van ondoorzichtig en vormvast materiaal. Deze moeten zoveel mogelijk rondom en op onverbrekelijke wijze rechtstreeks met de carrosserie zijn verbonden.
Blinderingseis
De Belastingdienst heeft nu bekendgemaakt dat ook aan deze blinderingseis kan worden voldaan, als de zijruit aan de buitenkant van de laadruimte niet verwijderd wordt. In dat geval moet er wel ondoorzichtig en vormvast materiaal aan de binnenkant van de carrosserie zijn bevestigd. Op deze manier kunnen onnodige kosten worden voorkomen, terwijl het resultaat qua blindering hetzelfde blijft.